Voor de juf of meester
Dit is het leerkrachtgedeelte van deze site. Hier vindt u de werkbladen en verantwoord ik mijn keuzes. De verantwoording zal gaan over de beginsituatie, kerndoel 56, het vakconcept en de vakdidactiek
Deze site is een digitaal leermiddel. Het is interactief; elke leerling kan zelfstandig ermee aan de slag. De leerlingen gaan samen met Sem het spannende, maar ook leerzame avontuur aan. Het doel is dat leerlingen leren om kunst te beschouwen. Ook leren ze om zelfstandig te werken met een site.
Deze site biedt verschillende werkvormen waarmee de leerlingen aan de slag gaan. Zo wordt er gestart met een beschouwingsopdracht, daarna volgen twee verwerkingsopdrachten en tot slot een klaaropdracht.
De site is makkelijk opgezet waardoor de leerlingen hem zelfstandig kunnen doorlopen. Dit is vooral handig als u een combinatie klas heeft. Terwijl de ene groep aan de slag gaat met deze site, kunt u de andere groep instructie geven. Zorg er dan wel voor dat u alle werkbladen op een, voor de leerlingen, bekende plek klaar hebt liggen.
Deze site is een digitaal leermiddel. Het is interactief; elke leerling kan zelfstandig ermee aan de slag. De leerlingen gaan samen met Sem het spannende, maar ook leerzame avontuur aan. Het doel is dat leerlingen leren om kunst te beschouwen. Ook leren ze om zelfstandig te werken met een site.
Deze site biedt verschillende werkvormen waarmee de leerlingen aan de slag gaan. Zo wordt er gestart met een beschouwingsopdracht, daarna volgen twee verwerkingsopdrachten en tot slot een klaaropdracht.
De site is makkelijk opgezet waardoor de leerlingen hem zelfstandig kunnen doorlopen. Dit is vooral handig als u een combinatie klas heeft. Terwijl de ene groep aan de slag gaat met deze site, kunt u de andere groep instructie geven. Zorg er dan wel voor dat u alle werkbladen op een, voor de leerlingen, bekende plek klaar hebt liggen.
Werkbladen
Hier vindt u de werkbladen die de leerlingen kunnen gebruiken bij de verschillende opdrachten. Het is handig als u deze gebruikt. De leerlingen kunnen dan makkelijk de antwoorden noteren.
Bij opdracht 3 'Aan de slag!' kunnen de leerlingen de drie schilderijen goed met elkaar vergelijken als ze het werkblad gebruiken. Een aanrader dus!
- Werkblad In het museum
- Werkblad Aan de slag!
- Werkblad Maak je eigen Hundertwasser
Bij opdracht 3 'Aan de slag!' kunnen de leerlingen de drie schilderijen goed met elkaar vergelijken als ze het werkblad gebruiken. Een aanrader dus!
- Werkblad In het museum
- Werkblad Aan de slag!
- Werkblad Maak je eigen Hundertwasser
Beginsituatie
Deze site is ontworpen voor leerlingen in de middenbouw die nog geen ervaring hebben met kunstbeschouwing. Het is daarom verstandig om vooraf met de leerlingen in gesprek te gaan over kunst beschouwen. U kunt dit doen aan de hand van een van de schilderijen van deze site.
Bij kunst beschouwen gaat het erom dat kinderen op de juiste manier naar kunst leren kijken. Op deze site gebeurt dat door het stellen van beschouwingsvragen. De vragen gaan over verschillende schilderijen van de kunstenaar Hundertwasser.
Ook worden er vergelijkingsvragen gesteld. Dit gebeurt bij de verwerkingsopdracht 'Aan de slag!'. Bij alle drie de schilderijen worden dezelfde vragen gesteld. Door deze vragen met elkaar te vergelijken, komen de leerlingen erachter welk schilderij door Hundertwasser is geschilderd.
Tot slot bevat deze site zowel kunstbeschouwing als beeldbeschouwing. Op de pagina 'Hunderwasser' worden de lollybomen vergeleken met een echte lolly.
Al deze kenmerken behoren tot beschouwing in de middenbouw.
Bij kunst beschouwen gaat het erom dat kinderen op de juiste manier naar kunst leren kijken. Op deze site gebeurt dat door het stellen van beschouwingsvragen. De vragen gaan over verschillende schilderijen van de kunstenaar Hundertwasser.
Ook worden er vergelijkingsvragen gesteld. Dit gebeurt bij de verwerkingsopdracht 'Aan de slag!'. Bij alle drie de schilderijen worden dezelfde vragen gesteld. Door deze vragen met elkaar te vergelijken, komen de leerlingen erachter welk schilderij door Hundertwasser is geschilderd.
Tot slot bevat deze site zowel kunstbeschouwing als beeldbeschouwing. Op de pagina 'Hunderwasser' worden de lollybomen vergeleken met een echte lolly.
Al deze kenmerken behoren tot beschouwing in de middenbouw.
Kerndoel 56
Dit digitaal leermiddel sluit aan op kerndoel 56 van kunstzinnige oriëntatie:
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Bij dit leerdoel staat beschouwen centraal. Dat is tevens ook het uitgangspunt van deze site. De leerlingen beleven en onderzoeken kunstwerken van de kunstenaar Hundertwasser. Ze bekijken zijn kunstwerken met hetzelfde onderwerp (huizen/steden). Hiervoor is gekozen, omdat de leerlingen nog geen ervaring hebben met kunst beschouwen. Je kunt het onderwerp dan beter zo compact mogelijk houden.
Nadat ze de kunstwerken hebben bekeken, beantwoorden ze de beschouwingsvragen. Daardoor leren ze hoe ze moeten kijken naar een kunstwerk.
De vragen zijn gemaakt met behulp van de kijkwijzer. Ze zijn afgestemd op het betreffende onderwerp en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen.
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
Bij dit leerdoel staat beschouwen centraal. Dat is tevens ook het uitgangspunt van deze site. De leerlingen beleven en onderzoeken kunstwerken van de kunstenaar Hundertwasser. Ze bekijken zijn kunstwerken met hetzelfde onderwerp (huizen/steden). Hiervoor is gekozen, omdat de leerlingen nog geen ervaring hebben met kunst beschouwen. Je kunt het onderwerp dan beter zo compact mogelijk houden.
Nadat ze de kunstwerken hebben bekeken, beantwoorden ze de beschouwingsvragen. Daardoor leren ze hoe ze moeten kijken naar een kunstwerk.
De vragen zijn gemaakt met behulp van de kijkwijzer. Ze zijn afgestemd op het betreffende onderwerp en het ontwikkelingsniveau van de leerlingen.
Vakconcept
Het vakconcept van beeldende vorming kent twee kernvragen:
- Wat is de essentie van beeldende vorming?
- En hoe krijgen deze inhouden vorm? Oftewel: Hoe geef je goed beeldend onderwijs?
De essentie van beeldende vorming kent drie doelen (kernvraag 1):
- Het aanleren en vergroten van de beeldvaardigheid
- Het aanleren en bevorderen van het probleemoplossend vermogen
- Het vergroten van cultuurbegrip
Het vergroten van de beeldvaardigheid
Bij het vergroten van de beeldvaardigheid krijgen de kinderen steeds meer handvatten om naar kunst te kijken. Het is hierbij belangrijk dat de leerlingen de belangrijkste informatie uit een kunstwerk kunnen halen, namelijk de beeldaspecten. Dit doen ze door antwoord te geven op de beschouwingsvragen die gesteld worden ('In het museum' en 'Aan de slag!').
Het ontwikkelen van het probleemoplossend vermogen
Probleemoplossend handelen, zelfsturend handelen en reflectie op het eigen handelen dragen bij aan de zelfredzaamheid van leerlingen. Zelfredzaamheid is namelijk van belang voor een brede ontwikkeling van een leerling.
Bij beeldende vorming leren leerlingen met behulp van de beeldaspecten, materialen en technieken te zoeken naar vindingrijke, creatieve en passende oplossingen voor een beeldend probleem.
Beschouwen kan hierbij gezien worden als een onderdeel van het vormgevingsproces. Tijdens verschillende fasen van een beeldende les kan de leraar met de leerlingen de aandachtspunten van de opdracht bespreken. Als de leerlingen opdracht 1 ('In het museum') hebben gemaakt, kun je met ze de opdracht bespreken:
- Welke problemen zaten er aan de opdracht?
- Welke verschillende oplossingen hebben de leerlingen hiervoor bedacht?
De leerlingen bekijken en bespreken elkaars oplossingen. Ook hebben ze aandacht voor de achterliggende redenen om iets op een bepaalde manier vorm te geven. Hierdoor krijgen de leerlingen nieuwe ideeën en inzichten aangeboden. Deze kunnen ze inzetten in de volgende opdracht: 'Aan de slag' (opdracht 2).
Het vergroten van het cultuurbegrip
Om het cultuurbegrip van de leerlingen te vergroten, moeten ze in contact gebracht worden met cultuur. Daarbij is het aansluiten bij de belevingswereld heel belangrijk. Dit mag niet ontbreken. In dit digitaal leermiddel zie je dit ook terug. De leerlingen worden namelijk meegenomen in het avontuur van Sem. Ze leren de schilder Hundertwasser beter kennen en nemen daarna een kijkje in het museum. Vervolgens maken ze daar opdrachten over.
Kernvraag 2: 'Hoe geef je goed beeldend onderwijs?' Hier lees je meer over in het kopje hieronder: 'Vakdidactiek'.
- Wat is de essentie van beeldende vorming?
- En hoe krijgen deze inhouden vorm? Oftewel: Hoe geef je goed beeldend onderwijs?
De essentie van beeldende vorming kent drie doelen (kernvraag 1):
- Het aanleren en vergroten van de beeldvaardigheid
- Het aanleren en bevorderen van het probleemoplossend vermogen
- Het vergroten van cultuurbegrip
Het vergroten van de beeldvaardigheid
Bij het vergroten van de beeldvaardigheid krijgen de kinderen steeds meer handvatten om naar kunst te kijken. Het is hierbij belangrijk dat de leerlingen de belangrijkste informatie uit een kunstwerk kunnen halen, namelijk de beeldaspecten. Dit doen ze door antwoord te geven op de beschouwingsvragen die gesteld worden ('In het museum' en 'Aan de slag!').
Het ontwikkelen van het probleemoplossend vermogen
Probleemoplossend handelen, zelfsturend handelen en reflectie op het eigen handelen dragen bij aan de zelfredzaamheid van leerlingen. Zelfredzaamheid is namelijk van belang voor een brede ontwikkeling van een leerling.
Bij beeldende vorming leren leerlingen met behulp van de beeldaspecten, materialen en technieken te zoeken naar vindingrijke, creatieve en passende oplossingen voor een beeldend probleem.
Beschouwen kan hierbij gezien worden als een onderdeel van het vormgevingsproces. Tijdens verschillende fasen van een beeldende les kan de leraar met de leerlingen de aandachtspunten van de opdracht bespreken. Als de leerlingen opdracht 1 ('In het museum') hebben gemaakt, kun je met ze de opdracht bespreken:
- Welke problemen zaten er aan de opdracht?
- Welke verschillende oplossingen hebben de leerlingen hiervoor bedacht?
De leerlingen bekijken en bespreken elkaars oplossingen. Ook hebben ze aandacht voor de achterliggende redenen om iets op een bepaalde manier vorm te geven. Hierdoor krijgen de leerlingen nieuwe ideeën en inzichten aangeboden. Deze kunnen ze inzetten in de volgende opdracht: 'Aan de slag' (opdracht 2).
Het vergroten van het cultuurbegrip
Om het cultuurbegrip van de leerlingen te vergroten, moeten ze in contact gebracht worden met cultuur. Daarbij is het aansluiten bij de belevingswereld heel belangrijk. Dit mag niet ontbreken. In dit digitaal leermiddel zie je dit ook terug. De leerlingen worden namelijk meegenomen in het avontuur van Sem. Ze leren de schilder Hundertwasser beter kennen en nemen daarna een kijkje in het museum. Vervolgens maken ze daar opdrachten over.
Kernvraag 2: 'Hoe geef je goed beeldend onderwijs?' Hier lees je meer over in het kopje hieronder: 'Vakdidactiek'.
Vakdidactiek
Goed beeldend onderwijs geef je door gebruik te maken van het didactisch model (zie afbeelding).
De productcomponenten (binnencirkel) hebben betrekking op het tastbare resultaat van de beeldende opdracht. Deze moeten terug komen in de doelstelling van de les.
Er zijn drie productcomponenten:
- Betekenis
Onder betekenis wordt verstaan de inhoud/het onderwerp van de opdracht. Dit digitaal
leermiddel sluit goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Er is namelijk een schilderij
gestolen. Samen met Sem proberen ze erachter te komen welk schilderij dat is.
- Vorm
Dit zijn de beeldaspecten waarmee de inhoud vorm kan krijgen. De volgende beeldaspecten
zijn te onderscheiden: kleur, vorm, licht, compositie, lijn, constructie, textuur en ruimte. De
beeldaspecten komen terug in de beschouwingsvragen.
- Materiaal
Tijdens dit digitaal leermiddel maken de kinderen gebruik van verschillend materiaal. Eerst doorlopen ze de site op de
computer. Als ze hun eigen Hundertwasser gaan maken, dan werken ze met papier, potlood/gum, kleurpotloden en fineliner.
Bij beeldende vorming wordt gewerkt met een procesgerichte aanpak. Dit is de buitenste cirkel. De procescomponenten hebben betrekking op de manier waarop het resultaat van de beeldende opdracht tot stand komt.
Er zijn drie procescomponenten:
- Beschouwing
Tijdens de opdrachten van dit digitaal leermiddel zijn de leerlingen voornamelijk bezig met beschouwen. Dit doen ze door
antwoord te geven op de vragen die naast de schilderijen staan. (beschouwingsvraagen) Tijdens het beschouwen kijken de
leerlingen naar de beeldaspecten.
- Onderzoek
De leerlingen verkennen de vorm en het materiaal. Dit doen de leerlingen bij de verwerkingsopdracht 'Aan de slag!' Daar staan
drie schilderijen. Eén daarvan is door Hundertwasser gemaakt. Door te beschouwen gaan de leerlingen onderzoeken welk
schilderij van Hundertwasser is. Dit doen ze aan de hand van de vragen die naast elk schilderij staan.
- Werkwijze
Hieronder valt het gebruik van gereedschap en materiaal. Als de leerlingen beginnen aan de opdracht 'Maak je eigen
Hundertwasser', maken ze gebruik van tekenpapier, potlood/gum, kleurpotloden en een fineliner. Je zou er ook voor kunnen
kiezen om de leerlingen het schilderij te laten schilderen. In dit digitaal leermiddel is hier niet voor gekozen, omdat er wordt
gewerkt met een combinatieklas. Het is dan makkelijker in de organisatie als de leerlingen met kleurpotloden werken in plaats
van verf.
Tot slot de reflectie. Reflectie komt in dit digitaal leermiddel niet terug. Dit zou je als leerkracht zijnde op verschillende momenten toe kunnen passen. Bijvoorbeeld als elk kind zijn eigen Hundertwasser heeft gemaakt, leg je alle tekeningen op de instructietafel en stelt vragen over het werk. Je stelt vragen om leerlingen bewust naar hun eigen werk en dat van anderen te laten kijken. Ook laat je ze van een afstand het werk bekijken en ervaren ze hoe anderen naar jouw werk kijken en hierover praten. (sociaal-emotionele ontwikkeling).
Voorbeelden van vragen:
- 'Waar zie je veel verschillende kleuren?'
- 'In welke tekening kun iets ontdekken wat Hundertwasser ook schilderde?'
Belangrijk hierbij is dat het niet gaat om welke tekening het mooiste is, maar of de leerlingen zich aan de opdracht hebben gehouden en met plezier gewerkt hebben!
De productcomponenten (binnencirkel) hebben betrekking op het tastbare resultaat van de beeldende opdracht. Deze moeten terug komen in de doelstelling van de les.
Er zijn drie productcomponenten:
- Betekenis
Onder betekenis wordt verstaan de inhoud/het onderwerp van de opdracht. Dit digitaal
leermiddel sluit goed aan bij de belevingswereld van de leerlingen. Er is namelijk een schilderij
gestolen. Samen met Sem proberen ze erachter te komen welk schilderij dat is.
- Vorm
Dit zijn de beeldaspecten waarmee de inhoud vorm kan krijgen. De volgende beeldaspecten
zijn te onderscheiden: kleur, vorm, licht, compositie, lijn, constructie, textuur en ruimte. De
beeldaspecten komen terug in de beschouwingsvragen.
- Materiaal
Tijdens dit digitaal leermiddel maken de kinderen gebruik van verschillend materiaal. Eerst doorlopen ze de site op de
computer. Als ze hun eigen Hundertwasser gaan maken, dan werken ze met papier, potlood/gum, kleurpotloden en fineliner.
Bij beeldende vorming wordt gewerkt met een procesgerichte aanpak. Dit is de buitenste cirkel. De procescomponenten hebben betrekking op de manier waarop het resultaat van de beeldende opdracht tot stand komt.
Er zijn drie procescomponenten:
- Beschouwing
Tijdens de opdrachten van dit digitaal leermiddel zijn de leerlingen voornamelijk bezig met beschouwen. Dit doen ze door
antwoord te geven op de vragen die naast de schilderijen staan. (beschouwingsvraagen) Tijdens het beschouwen kijken de
leerlingen naar de beeldaspecten.
- Onderzoek
De leerlingen verkennen de vorm en het materiaal. Dit doen de leerlingen bij de verwerkingsopdracht 'Aan de slag!' Daar staan
drie schilderijen. Eén daarvan is door Hundertwasser gemaakt. Door te beschouwen gaan de leerlingen onderzoeken welk
schilderij van Hundertwasser is. Dit doen ze aan de hand van de vragen die naast elk schilderij staan.
- Werkwijze
Hieronder valt het gebruik van gereedschap en materiaal. Als de leerlingen beginnen aan de opdracht 'Maak je eigen
Hundertwasser', maken ze gebruik van tekenpapier, potlood/gum, kleurpotloden en een fineliner. Je zou er ook voor kunnen
kiezen om de leerlingen het schilderij te laten schilderen. In dit digitaal leermiddel is hier niet voor gekozen, omdat er wordt
gewerkt met een combinatieklas. Het is dan makkelijker in de organisatie als de leerlingen met kleurpotloden werken in plaats
van verf.
Tot slot de reflectie. Reflectie komt in dit digitaal leermiddel niet terug. Dit zou je als leerkracht zijnde op verschillende momenten toe kunnen passen. Bijvoorbeeld als elk kind zijn eigen Hundertwasser heeft gemaakt, leg je alle tekeningen op de instructietafel en stelt vragen over het werk. Je stelt vragen om leerlingen bewust naar hun eigen werk en dat van anderen te laten kijken. Ook laat je ze van een afstand het werk bekijken en ervaren ze hoe anderen naar jouw werk kijken en hierover praten. (sociaal-emotionele ontwikkeling).
Voorbeelden van vragen:
- 'Waar zie je veel verschillende kleuren?'
- 'In welke tekening kun iets ontdekken wat Hundertwasser ook schilderde?'
Belangrijk hierbij is dat het niet gaat om welke tekening het mooiste is, maar of de leerlingen zich aan de opdracht hebben gehouden en met plezier gewerkt hebben!